Wij communiceren via spraak en taal en als dat niet goed lukt, kan dat behoorlijk frustrerend zijn. Peuters, die niet goed verstaanbaar praten, kunnen heel boos worden als ze niet begrepen worden. Op school worden klanken omgezet in letters, woorden en zinnen, die je moet kunnen lezen of schrijven. Zo bouw je woordenschat op om te begrijpen wat er bedoeld wordt, maar ook om zelf te kunnen vertellen wat jij denkt of voelt of vindt.

Om taal te leren moet je deze kunnen horen, begrijpen, verwerken, uitspreken, lezen en schrijven. Problemen op het gebied van de spraak- en de taalontwikkeling kunnen al tot uiting komen in de peuterfase, maar ook naar voren komen als kinderen naar school gaan. In de kleuterperiode leren kinderen rijmen, luisteren naar woorden en klanken. Vanaf groep 3 leren ze (begrijpend) lezen, schrijven en spellen. Daarnaast moeten er ook spreekbeurten gegeven worden en oefenen ze in het zelf verwoorden, zowel mondeling als op papier.

Wanneer er problemen worden gesignaleerd op het gebied van de spraak- en/of taalontwikkeling en de schoolse vaardigheden waarbij dit moet worden toegepast, kan verder onderzoek wenselijk zijn. Dit kan zijn om spraak-taalproblemen vast te leggen, onderzoek te doen naar een mogelijke achterliggende oorzaak zoals dyslexie of gehoorproblemen of begeleiding in het durven spreken middels speltherapie.

Binnen Kindinpraktijk hebben de volgende hulpverleners een expertise op het gebied van spraak en taal: